Selecteer een pagina

Regionaal revolverend financieren

van subsidies naar leningen

Fondsenwerving, Management, Organisatie

In de CultTalk op ‘Cultuur In Beeld’ die gegeven is door Alexander Ramselaar van Cultuur+Ondernemen en Menno Wiegman van het K.F. Hein Fonds is nader ingegaan op wat revolverend financieren kan betekenen voor de regio. Vragen die daarbij aan de orde zijn geweest: wat zijn de ervaringen, resultaten en effecten van regionale revolverende fondsen? Hoe wordt een regionale samenwerking gestructureerd? En wat zijn succesfactoren en randvoorwaarden om een fonds te creëren?

Revolverend financieren is een actueel onderwerp. Veel steden en regio’s hebben de wens een fonds in te richten dat culturele instellingen, kunstenaars en creatieven de mogelijkheid biedt een lening af te sluiten voor een investering of tijdelijke overbrugging. Reden daarvoor is dat deze spelers in de culturele sector en de creatieve industrie doorgaans moeilijk aan kapitaal komen vanwege bancair moeilijk in te schatten risico’s. Ook de overwegend non-profit investeringen en (vaak) kleinschaligheid per investering zijn doorgaans commercieel niet interessant voor bancaire financiers.

Leen lokaal
De Amsterdamse, Brabantse en Utrechtse Cultuurlening zijn recente voorbeelden waar publieke en private partners regionaal de handen ineen hebben geslagen. Leningen tot circa € 40.000 zijn mogelijk. En met succes. De regionale aanpak waarborgt een toegankelijkheid die inspeelt op regionale behoeftes. Het maakt ook een meer specifieke en gerichte communicatie naar doelgroepen mogelijk.

Een dergelijke financieringsfaciliteit vormt een aanvulling in de financieringsmix van de doelgroepen en draagt bij aan een vergroting van ondernemerschap. Het vormt eveneens een aanvulling op het subsidiebeleid van gemeenten, provincies en fondsen. In tegenstelling tot een subsidie of bijdrage van een fonds moet een lening worden terugbetaald. Het vergt van beleidsmakers dat zij in hun beleid een duidelijker onderscheid maken naar de aard van de financieringsbehoefte tussen aanvragen die aanmerking komen voor subsidie, en aanvragen die in aanmerking komen voor een lening. En dat niet alleen, het kader van beoordeling en monitoring van leningen is verschillend van dat van subsidieverstrekking.

Drie leningnemers over cultuurleningen from Fonds Cultuur+Financiering on Vimeo.

Steun je geldnemers
Het financieren van ondernemingsactiviteiten met een lening vergt specifieke kennis, competenties en vaardigheden, die vaak niet op voorhand bij de aanvrager van de lening beschikbaar zijn. Ook gedurende de looptijd van de lening is interactie, feedback en advisering waardevol tussen geldnemer en geldgever. Niet alleen is de geldnemer daar duidelijk mee gediend. Ook het risico op default en betalingsachterstanden neemt aanzienlijk af indien er sprake is van een goed, inspirerend en lerend contact tussen geldgever en geldnemer. Bij de genoemde fondsen is dat vormgegeven met een uitgebalanceerd trainings- en begeleidingsprogramma dat in combinatie met de leningen wordt aangeboden aan de doelgroep. Recent onderzoek wijst uit dat dergelijke microkredieten ondernemers in de culturele en creatieve sector goed op weg helpen. Het zorgt voor nieuwe opdrachten, vergroot hun professionele netwerk en verbetert hun inkomenspositie.

Dit artikel is een verdieping van de presentatie op Cultuur in Beeld, congres in Den Haag op 14 december jl. MMNieuws selecteerde een aantal presentaties en vroeg deze nader uit te werken. Voor een breed verslag van het hele congres!

468

Reactie verzenden

Share This