Selecteer een pagina

Plantentuinen zijn goede publiekstrekkers

Vooral eigenaren maken lange dagen in de tuin

Algemeen
De 75 plantentuinen in ons land zijn goede publiekstrekkers. In 1997 trokken de tuinen 1.6 miljoen bezoekers. Van de 75 tuinen (hortussen, botanische tuinen, arboreta, pineta, heem- en kruidentuinen, voorbeeldtuinen, kijk- en siertuinen) waren er 32 het hele jaar open. Tuinen die onderdeel zijn van openbaar groen zijn niet meegerekend, evenmin de tuinen die slechts een korte periode van het jaar geopend zijn.


De plantentuinen haalden in 1997 78% van hun inkomsten uit opbrengsten van entree- en abonnementsgelden, horeca, winkel-
verkoop en overige publieksactiviteiten. 17% van de inkomsten bestond uit subsidies. Onder de plantentuinen onderscheiden we de zogenaamde wetenschappelijke tuinen (hortussen, botanische tuinen, arboreta) naast tuinen met een meer natuur-educatieve of recreatieve doelstelling (heem- en kruidentuinen, voorbeeldtuinen, kijk- en siertuinen). Van de 75 tuinen zijn 30 botanische tuin, hortus, arboretum of pinetum. Zeventien tuinen waren aangesloten bij wat in 1997 nog de Stichting Nederlandse Plantentuinen heette (tegenwoordig de Stichting Nationale Plantencollectie (SNP). Ook drie dierentuinen waren met hun plantencollectie aangesloten bij de SNP. Een kwart van de plantentuinen wordt gesteund door een Vriendenvereniging.

Vijfduizend soorten

De collectie van de plantentuinen bestaat gemiddeld uit ruim 2.000 soorten planten. Tuinen aangesloten bij de SNP komen tot gemiddeld 5.000 soorten. Een kwart van de plantentuinen geeft jaarlijks een zaadlijst (Index Seminum) uit. Meer dan de helft van de tuinen geeft rondleidingen, zowel voor schoolklassen als voor andere bezoekers. Bij ongeveer 40% van de tuinen is horeca en/of winkelverkoop voor de bezoekers aanwezig.

Van de in het onderzoek opgenomen plantentuinen was een derde gratis toegankelijk. Kinderen mogen zelfs in 60% van de tuinen zonder kaartje naar binnen. De gemiddelde entreeprijs voor de niet gratis toegankelijke plantentuinen bedroeg in 1997 6,25 voor volwassenen en 3,25 voor kinderen.
Van alle bezoekers kocht 59% een dagkaartje, 10% kwam binnen op vertoon van de museumjaarkaart, 6% had een abonnement en 25% was niet-betalend bezoeker. Plantentuinen worden vooral door volwassenen bezocht: slechts n op de acht bezoekers is jonger dan 12 jaar. Negen procent van de bezoekers komt uit het buitenland.

In 1997 waren er bij de 75 plantentuinenruim 200 personen in loondienst. Daarnaast waren er nog een kleine 100 andere betaalde arbeidskrachten werkzaam.
Behalve eigenaren waren dit meest uitzendkrachten, WSWers, banenpoolers en Melkert-banen. Van alle personen in loondienst werkt 57% tenminste 32 uur per week. Vooral eigenaren maken vaak lange dagen in de tuin. Veel plantentuinen hebben ook niet meer personeel in dienst dan alleen de eigenaren.

De totale lasten voor alle plantentuinen samen bedroegen in 1997 16,8 miljoen gulden. Van het batig saldo van 4,4 miljoen (inclusief investeringssubsidies) moesten ook de directeur-eigenaren worden betaald. Het batig saldo wordt vooral gegenereerd door enkele grote tuinen. Veel kleinere tuinen hebben moeite het hoofd boven water te houden. Plantentuinen investeerden in 1997 voor 6,1 miljoen gulden.

Auteur: Hans van de Giessen (CBS)
Referenties: Meer informatie over statistieken op het gebied van cultuur, toerisme en recreatie kunt u verkrijgen bij het gelijknamige infocentrum van het CBS, t 070 337 5867; f 070 337 5696; e infokcr@cbs.nl
468

Reactie verzenden

Share This