Selecteer een pagina

Oude wijn in een nieuwe zak?

In gesprek met Roy van Dalm

Maatschappij, Marketing, Organisatie
Roy van Dalm is een expert op gebied van innovatie en creativiteit in steden. Als docent citybranding aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is hij onder meer verbonden is aan het expertisecentrum Krachtige Kernen. We legden hem een aantal vragen voor over cultuur, innovatie en veranderende steden. Verschilt een creatieve stad van een social innovation stad?

Roy van Dalm is een expert op gebied van innovatie en creativiteit in steden. Als docent citybranding aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is hij onder meer verbonden is aan het expertisecentrum Krachtige Kernen. We legden hem een aantal vragen voor over cultuur, innovatie en veranderende steden. Verschilt een creatieve stad van een social innovation stad?
Creatieve stad, het concept dat Charles Landry lanceerde, gaat vaak
samen met rankings, citymarketing en een focus op creatieve industrie
en cultuur. Een onterechte versmalling. Landry bedoelde namelijk juist de
kracht van de creativiteit van iedereen. Daar is The People’s Supermarket in
Londen een mooi integraal voorbeeld van waarin hedendaagse uitdagingen,
zoals werkloosheid en eenzaamheid, sociale cohesie en voedsel, op een zeer
creatieve wijze worden aangepakt. Een social innovation stad is volgens mij
goed in het oplossen van de eigen problemen en het betrekken van interne
stakeholders (burgers, ondernemers, kennisinstellingen, creatieve industrie,
overheid). Liefst in verrassende combinaties zoals bij het voorbeeld van The
People’s Supermarket.
Waar creatieve stad beperkend werkt daar kan social innovation stad
zomaar een ander nadelig effect hebben. Het verwordt snel tot een
containerbegrip voor alles dat enigszins bijdraagt aan de stedelijke vitaliteit.
Er is trouwens ook een derde veelgebruikt stadslabel, namelijk smart cities
(slimme steden). In slimme steden worden slimme verbindingen tussen
sectoren gemaakt en is aandacht voor smart economy, smart mobility en
smart people met een bijzondere rol voor technologie. Al met al gaat het
in de kern van creatieve, slimme en social innovation steden natuurlijk veel
over hetzelfde. Alle steden zijn tegenwoordig op zoek hoe ze zich kunnen
wapenen voor de toekomst, welk label ze ook dragen.
Blijft er een rol weggelegd voor cultuur en creatieve industrie?
Jazeker, want dat zijn de onmisbare kraamkamers van
verbeeldingskracht. Binnen de creatieve sector wordt anders gedacht, wordt
geëxperimenteerd. Vergeet ook niet dat creatieve industrie en cultuur de
etalage van je stad blijven. Om het hedendaagse spel goed te spelen moet
je echter zorgen dat meerdere stakeholders meedoen en samenwerken.
De overheid krijgt idealiter een meer faciliterende rol en moet vooral niet
alles dichtplannen en beheersen. Burgers moeten intensiever mee kunnen
doen, want op hen hebben de meeste zaken uiteindelijk betrekking. De
onderwijs- en kennisinstellingen zijn onmisbare ingrediënten. Daar zit zoveel
innovatiekracht.
Zo was ik zelf betrokken bij project ‘Blikwisseling’, dat Kunsthogeschool
ArtEZ met de Universiteit Twente en het medialab van het Massachusets
Institute of Technology (MIT) organiseerde. Hierbij ontmoetten werelden
van techniek, wetenschap en kunst elkaar om complexe vragen op te lossen.
Experimenteren met de technologie van MIT leidde onder andere tot een
muziekinstrument annex studiorecording installatie gemaakt van fruit. Dit
project was in Arnhem, maar zo zal elke stad zijn eigen projecten hebben en
kunnen oppakken. Veel energie komt los waar verschillende partijen gaan
samenwerken met ruimte voor ontmoeting en experiment.
Welke steden hebben die ontmoeting en samenwerking op dit
moment al goed voor elkaar?
Je wilt zeker een top drie horen van social innovation steden? Die lijstjes
zijn als appels met peren vergelijken. Het is oud denken. Bij nieuw denken
sluit je meer aan bij lokale vragen en behoeften. Steden zouden elkaar
minder moeten beconcurreren. Ze zouden van elkaar moeten leren door
elkaars perspectief te verrijken. Wie dat durft, verwerft een voorsprong.
Denk aan Brabantstad: gaat dat om meer geld weghalen uit Den Haag en
Europa of staat daadwerkelijk verbetering van elke afzonderlijke speler
centraal?
Als je dan echt enkele namen wilt horen dan zou ik gaan voor Manchester
dat, vooral vanwege de brede aanpak (sport, media, creatieve industrie,
zorg) succesvol en vitaal is. Een stad als Helsinki loopt ook voorop door
een goede aanwezige basis aan vertrouwen. En de Poolse stad Wroclaw
ten slotte floreerde door een burgemeester die dwars is, open staat voor
veel zaken en korte lijnen creëert. Hij maakte letterlijk en figuurlijk ruimte
voor culturele en sociale innovatie. Er is geen eenduidig recept voor social
innovation te noemen, maar er zijn wel basisvoorwaarden, zoals het belang
van een betrokken community, het aanwezige vertrouwen en ruimte voor
creativiteit.
Wat zou jij steden adviseren in deze tijd?
Mijn inziens moeten steden streven naar het Triple A-principe. Dat wil
zeggen dat ze Authentiek (dare to be different), Activerend (productive
creativity) en All-inclusive (involve me) moeten zijn. Sociale innovatie
door en voor brede groepen mensen dient als cruciale onderligger
voor de ontwikkeling van steden. Maar dat geldt evenzo voor de
plattelandsgemeenten die ik momenteel vanuit Krachtige Kernen onderzoek.
Vraagstukken spelen vaak op lokaal niveau van wijk of buurt. Dat is waar de
dingen tegenwoordig ontstaan. Het gaat erom dat een goede aansluiting
plaatsvindt bij het lokale DNA van een stad. Zo werkt het in Breda anders
dan in Utrecht en in Maastricht anders dan in Haarlem. Waar creatieve
steden elkaar graag kopieerden, zal een social innovation stad zelf aan de
slag moeten gaan. Steden moeten lef tonen en ruimte scheppen voor een
eigen lokale aanpak.
Simon de Wijs is onderdeel van het Colinteam en
onderzoeker aan NHTV Internationale Hogeschool
Breda. Hij is een van de Tilburgse ‘Pathfinders’ op
zoek naar social innovation en bouwt mee aan de
ontwikkeling van Performatory (wijs.s@nhtv.nl).
468

Reactie verzenden

Share This