Selecteer een pagina

Hoe blogs, podcasts en vodcasts een nieuwe invulling geven aan massamedia

Algemeen
Het was revolutionair toen luisteraars hun muziek konden meenemen naar het strand of het park, maar je was wel verplicht om te luisteren naar wat er door het radiostation werd uitgezonden. Nu, met podcasting, kunnen luisteraars zelf kiezen wat ze willen beluisteren (Nason, 2005)


Gold sinds de start van radio en televisie voor de media een benadering van one-to-many, nu wordt het stilaan tijd voor van/door/met de massa. Een many-to-many-verhaal waarbij in principe iedereen met een website zich kan richten tot een wereldwijd publiek (Williams, 1976 en Wikipedia: mass media). Een nieuwe beleving van de media, dus. Een beleving waarbij de luisteraar zelf deel kan gaan uitmaken van de aangeboden programmas.
Internet heeft de manier waarop surfers kijken en gebruik maken van nieuwe media ingrijpend veranderd. Waren internetgebruikers aanvankelijk vooral op zoek naar informatie, nu zien we stilaan een andere groep opduiken. Een groep die niet genoeg heeft aan de aangeboden informatie, maar zelf actief aan de slag wil met het aangeboden materiaal. Ze willen wat ze vinden op het web hergebruiken, remixen en er iets nieuws van maken. Ze willen hun creaties delen met andere surfers, zonder zich zorgen te maken over rechten allerhande.

De vraag naar ontsluiting van audio, video en tekstueel materiaal dat in se tot ons cultureel erfgoed behoort en dus gebruikt kan/mag worden door de massa klinkt steeds luider (Le Dieu:2005). Hoe deze informatie het best ontsloten kan worden, wordt vooral voor de grote contentproviders ik denk hierbij vooral aan de nationale radio en televisie, maar ook culturele instellingen en kranten spelen een belangrijke rol een grote uitdaging voor de volgende jaren. Voorloper en voorvechter van het op een ndere manier ter beschikking stellen van audio- en videomateriaal is zonder enige twijfel de BBC (http://www.bbc.co.uk). De BBC lanceerde in augustus vorig jaar Creative Archive. Gebruikers kunnen materiaal downloaden, bekijken, hergebruiken en remixen tot een nieuwe creatie en deze delen met andere internetgebruikers over peer-to-peer netwerken. Een Creative Commons licentie (http://creativecommons.org) laat toe het materiaal voor niet-commercile doeleinden te gebruiken, zonder met auteursrechten in de knoop te geraken. De licentie werkt voorlopig echter alleen binnen de UK. Toch is dit een belangrijke stap van een grote contentprovider naar zn publiek (Gerhardt, 2004). Een uitnodiging om het digitale archief een ander leven te geven.

Maar een creatieve dialoog aangaan met je publiek gaat verder. Zelf publiceren, zelf een videoverhaal online zetten, zelf een radioprogramma opzetten dankzij de recente ontwikkelingen binnen de nieuwe media kan iedereen die wil, ermee aan de slag. We zien aan de cijfers dat dit ook massaal gebeurt. Je kunt daar als informatieverstrekker passief op reageren, of je kunt de creativiteit stimuleren en de mogelijkheden die de nieuwe media vandaag bieden actief gebruiken om je (virtueel) publiek dichter bij je instelling of organisatie te betrekken. Aansluiting vinden bij deze creatieve uitingen kan zo voor een andere relatie met het publiek zorgen. Willen we vandaag inspelen op de trend van de creatieve thuisgebruiker, dan zullen we ons aanbod als informatieverstrekker toch iets dieper, interactiever en meer gericht moeten laten verlopen (Bauwens en Nuelens, 2005).
Participatie en wisselwerking tussen informatieverstrekkers en informatieontvangers krijgen zo een nieuwe invulling. Ook waarden als originaliteit en authenticiteit krijgen hier een nieuwe betekenis. Er ontstaat als het ware een nieuwe digitale cultuur (De Haan en Huysmans, 2002) lees e-cultuur die stilaan integraal deel gaat uitmaken van onze kennismaatschappij. Toegegeven, e-cultuur is geen eenduidig begrip, maar juist daardoor geeft het ruimte aan een brede invulling. E-cultuur zou zo het domein kunnen zijn waarin publiek en culturele instelling elkaar op een digitale en interactieve manier ontmoeten.

Weblogs zijn zo een mogelijkheid. Zij zijn ondertussen al echt ingeburgerd. Even googlen levert je miljoenen links naar weblogs op. Vergelijk het met de publicatie van online dagboeken (Winer: the history of weblogs; wikipedia: weblog), voorzien van tekst en/of beeld die door iedereen gelezen kunnen worden en waarop iedereen commentaar kan geven. De postings zijn meestal erg kort, linken door naar interessante artikels over eenzelfde onderwerp elders op het web en hebben elk een eigen permalink, zodat andere bloggers naar deze posting kunnen verwijzen of er commentaar op kunnen geven. Weblogs zorgen zo ook voor een snelle verspreiding van de boodschap door de lezers ervan, omdat heel wat bloggers commentaar geven op elkaars blog en omdat ze vaak naar elkaar doorlinken.Blogs zelf zijn eigenlijk erg individueel. Het is d virtuele plek waar je persoonlijke bedenkingen, ideen en informatie kunt posten onder de vorm van tekst en beeld.
Door de gebruiksvriendelijke en vaak gratis software paketten Blogger, Movable Type en WordPress, is het tegenwoordig voor iedereen mogelijk om te publiceren op het web. Voor culturele organisatoren is het een goedkope en eenvoudige manier om in interactie te gaan met hun bezoekers iets wat binnen het circuit van de culturele en overheidscommunicatie nog maar weinig gebeurt. Toch biedt het systeem heel wat mogelijkheden. Zo kan je als culturele instelling een blog uitbouwen rond een bepaald thema, waaromheen een langlopende discussie kan ontstaan, met kritische en subjectieve input door andere bloggers. Een weblog kan zo een verzamelplek worden van kennis en informatie die steeds up to date gebracht wordt door de gebruikers. Kijk bijvoorbeeld naar de blog die opgestart is naar aanleiding van het kunstendecreet in Vlaanderen (http://www.kunstendecreet.be), een combinatie van droge informatie en erg individuele reacties, of nog de weblog Da Price (http://www.daprice.be/) rond dans en nieuwe media, die vorig seizoen werd opgestart door de dansprogrammator van Cultuurcentrum Berchem en nu een ontmoetingsplek geworden is voor hij/zij die iets meer wil weten over de ontwikkelingen van nieuwe media binnen dansperformances.
Een blog kan ook deel gaan uitmaken van het artistiek proces binnen een culturele instelling en zo het publiek nauwer bij de voorstelling betrekken. Vorig seizoen ontwikkelde er zich rond de voorstelling Daisss… van Peter de Graef in HETPALEIS, een online verhaal doorspekt met faits divers van de acteurs, maar ook met diepgaande gesprekken over het schrijven en regisseren van een theaterstuk. De blog werd afgerond met een heuse weblog ceremonie waarbij de regisseur, de artiesten en de jongeren die reageerden op de postings van de artistieke ploeg elkaar in real live ontmoetten.

Vandaag de dag kan er naast woord en beeld ook audio toegevoegd worden aan webpostings. Wanneer je iPod (de MP3 speler van Apple) en broadcasting samen brengt, heb je PODcasting. On line uitzenden dus. De audiobestandjes worden met programmas, podcatchers genoemd, als iTunes binnengehaald en laten de gebruiker toe om ze on line te beluisteren of om ze over te zetten op een iPod of andere mp3-speler. Dit nieuwe broertje in de rij kende in het derde kwart van 2005 een enorme opgang. Er zijn nu al meer dan 20.000 podcasts opgenomen in iTunes, goed voor 200.000 uren gratis audiocontent (Nesbitt: 2005). Vergelijk dit met de 5.000 podcasts die je in het tweede kwartaal van dit jaar kon vinden op het net en je merkt dat PODcasting momenteel echt aan het boomen is.
Vanuit culturele instellingen zien we ook hier slechts een beperkte aanwezigheid van initiatieven. Wel zijn de nationale radiozenders massaal op de trein gesprongen, zij het dan vooral door het on line zetten van opgenomen programmas die dan in uitgesteld relais op een mp3-speler beluisterd kunnen worden. Er kan echter meer mee gedaan worden. Zo gebruikt The Fringe Edingburgh het medium om verslag uit te brengen van het dagelijkse reilen en zeilen op het festival (http://edinburghfringe.thepodcastnetwork.com). En het Museum of Modern Art in New York zette auditieve beschrijvingen van kunstwerken on line (http://moma.org/visit_moma/audio.html), met als resultaat een reactie uit alternatieve hoek van Art Mobs, met hun alternatieve audio guide (http://mod.blogs.com/art_mobs/), wat zorgde voor een (inter) actieve actie van het Moma publiek of de genteresseerde internetgeek die zijn/haar versie op moderne kunst geeft.
Ook binnen de universitaire wereld heeft men de voordelen van podcasting ontdekt. Stanford University werkte een eigen iTunes omgeving uit met kennis en materiaal van en over de universiteit (http://itunes.stanford.edu/).

Binnen het culturele circuit van Vlaanderen worden stilaan podcast gentegreerd in de werking en de communicatie met het publiek. Zo zijn er Wooord, een creatie van Stefan en Jeroen Perceval voor HETPALEIS (http://www.wooord.be/), de Stadsdichterpodcast (C.H.I.P.S. vzw en Antwerpen Boekenstad brengen gedichten en publieke optredens van stadsdichters samen op n plek http://www.stadsdichterpodcast.be/), met ruimte voor commentaar van de luisteraars en de podcast van het kunstencentrum Vooruit (http://www.vooruit.be).

Maar de nieuwste vorm van online creativiteit zie je broeien binnen het gebruik van videomateriaal. Met een digitale camera kan je tegenwoordig makkelijk je eigen beelden inblikken. De kwaliteit laat toe er een eigen videovoorstelling van te maken. Videobeelden vragen weliswaar nog om heel wat bandbreedte, maar door asynchrone distributie via RSSfeeds wordt er steeds meer mogelijk. Video on demand of VODcasting (een videopodcast) werkt volgens hetzelfde principe als de PODcast, maar dan met bewegende beelden. Het zorgt ervoor dat je gespreide downloads krijgt.
Sinds iTunes naast PODcasts ook video gentegreerd heeft, duiken er meer en meer VODcasts op. Naast het maken van je eigen radioprogramma, krijg je nu de kans om je eigen televisieprogramma online te zetten. Ook hier zijn legio mogelijkheden om op een creatieve manier in dialoog te gaan met je publiek en zo te zorgen voor een wijdere verspreiding van de content die je aanbiedt.

Woordenlijst
iPod
De iPod is een draagbare MP3 speler, ontworpen en verkocht door Apple Computers. Het bewaart audiobestanden op een interne harde schijf (tot 60 GB), waardoor er ettelijke duizenden liedjes op 1 toestel passen. De iPod is ook te gebruiken als externe harde schijf, waardoor gelijk welke bestanden erop kunnen bewaard worden (maar dan uiteraard niet afgespeeld).
MP3
MPEG-1 Layer 3 is een manier om geluid te comprimeren en is dus een broncoderingstechniek. De veel gebruikte afkorting is MP3. Dit is een standaard uit 1992, waarvan implementaties bestaan sinds 1994. Met MP3 is het mogelijk de hoeveelheid opslagcapaciteit die nodig is voor het opslaan van geluid sterk te verminderen. Dit geschiedt door elementen uit het geluid die een mens toch niet echt waarneemt weg te laten.
RSS/RSS-feed
RSS is een toepassing van de internetmetataal XML. RSS bestanden worden veelal gebruikt om een webkopij in syndicatie te brengen. Gegevens van de website worden omgezet in een formaat zodat andere sites deze informatie automatisch in hun eigen omgeving kunnen tonen.
Het is niet helemaal duidelijk waar de afkorting voor staat. Volgens sommigen staat de afkorting voor RDF Site Summary of Rich Site Summary. De meest gangbare verklaring is Really Simple Syndication.
RSS wordt vooral gebruikt bij weblogs of nieuwssites om telkens op de hoogte te kunnen zijn van het laatste artikel/nieuws. Weblogs worden in de regel bijgehouden met speciaal ontwikkelde publicatiesoftware. Dit soort software (bijvoorbeeld Blogger, Movable Type, Pivot en Radio Userland) genereert naast de reguliere HTML-output ook vrij eenvoudig, of zelfs automatisch, een RSS output.
Om RSS bestanden te lezen is aparte software nodig. RSS lezers zijn er in vele soorten en smaken, betaald en niet betaald, voor Linux, Macintosh en Windows. Met sommige kunnen louter RSS-feeds gelezen worden, met andere kan ook geblogd worden en kunnen Usenetgroepen gebruikt worden. Mozilla Firefox bevat een ingebouwde RSSlezer onder de naam Live Bookmarks.
Sinds RSS 2.0 (http://blogs.law.harvard.edu/tech/rss) (2002) kan RSS ook verwijzingen naar andere files bevatten via enclosures. Dit laat bvb toe om RSS te gebruiken voor podcasting.

Verder lezen
Bauwens J en G. Nuelens (2005) ICT in het culturele veld: de vitaliteit van het virtuele, Re-creatief Vlaanderen,
workingpaper 1
De Haan, J en F. Huysmans (2002), E-cultuur: een empirische verkenning, SCP, Den Haag.
Gerhardt, P., Creative Archive, Ariadne, Issue 44 July 2005.
Kennedy, R., With Irreverence and an iPod Recreating the Museum Tour, The New York Times, 28 mei 2005.
Le Dieu, P. (2005) Emeriging Massive Media, IT Conversations. (http://www.itconversations.com)
Nason, P., Is Podcasting the New Radio?, Washington Times, 7 april 2005.
Nesbitt, A., The Podcast Value Chain Report 3q 2005 Update The Podcast Content Bubble, Digital Podcast.
Williams, R., A Vocabulary of Culture & Society keywords, Fontana Press, Londen, 1976.
Winner, D, The history of Weblogs: http://newhome.weblogs.com/historyofweblogs
Wikipedia : http://en.wikipedia.org

Auteur: Stefan Kolgen & Ann Laenen Klgen & Laenen | nieuwe media cultuurcommunicatie stefan@kandl.be ann@kandl.be
468

Reactie verzenden

Share This