Selecteer een pagina

Het potentile publiek achterna: De (on)grijpbare consument in vier stappen

Algemeen
Wat doet de Nederlander in zijn vrije tijd? Wie van de Nederlanders gaat wel eens naar een museum? Waaraan heeft de Nederlander behoefte als hij naar een museum gaat? In een antwoord op de vraag wat de Nederlander in zijn vrijetijd doet, holt de ene aanbieder in de vrijetijdssector nog harder dan de andere om de consument te (blijven) behagen. De laatste jaren is veel veranderd op de vrijetijdsmarkt. Binnen de vrijetijdsbesteding is beleving al enige tijd het credo. Men kan bijvoorbeeld gaan bungyjumpen, winkelen op zondag, naar skihellingen, naar festivals, evenementen, megabioscopen, kinderparadijzen, naar de traiteur op de hoek en luisteren naar een vj of interactief door een museum wandelen. Wat is de positie van het Nederlandse culturele erfgoed temidden van al dit geweld? Hoe kunnen aanbieders hun communicatiestrategie aanpassen zodat de consument voor hen kiest? En wat vindt de consument van al dit aanbod? Heeft men nog wel behoefte aan experience? Voor de aanbieders van het Nederlandse culturele erfgoed (en natuurlijk alle culturele instellingen) essentile vragen voor het bepalen van een goede positionering.


Cultureel erfgoed en onderzoek?
Er is een tendens gaande dat een toenemend aantal culturele instellingen behoefte heeft aan meer kennis over publiek en het delen van deze kennis. Ook is er in toenemende mate behoefte aan meer aanbodgericht (bottum up) denken en aan het aanbrengen van differentiatie in het cultuuraanbod. Onderzoek kan instellingen hulp bieden bij het vergaren van deze kennis. Het idee dat onderzoek zich beperkt tot het doen van ad hoc publieksonderzoek onder de huidige bezoekers van een tentoonstelling of presentatie is achterhaald.
Onderzoek kan worden uitgevoerd in eerdere fasen, tijdens de definiring van de potentile doelgroep, de ontwikkeling van een tentoonstelling en/of de ontwikkeling van een communicatiecampagne. De ontwikkeling van producten kan weergegeven worden aan de hand van het productinnovatiemodel. Ruwweg kunnen vier fasen worden onderscheiden:
_Ideegeneratie (stap 1)
_Conceptontwikkeling (stap 2)
_Productontwikkeling (stap 3)
_Evaluatie (stap 4)
Tijdens elke fase kan door middel van diverse onderzoeksmethodieken inzicht worden verkregen in de waardering en behoeften van de doelgroep. Deze informatie kan een museum helpen het aanbod beter af te stemmen op de vraag.

Aanbod op maat
Stap 1
Bij de ontwikkeling van een nieuwe tentoonstelling zijn veel partijen betrokken. Intern onder andere de conservator, restaurator, vormgever, educatieve dienst en communicatiemedewerker, en extern de beoogde doelgroep van een nieuwe tentoonstelling. Het is raadzaam de doelgroep in een vroeg stadium bij de ontwikkeling te betrekken. Wat zijn de interesses en behoeften van de doelgroep ten aanzien van een bepaald thema?

Stap 2
Na het in kaart brengen van de beoogde doelgroep is het raadzaam het concept verder uit te werken en te onderzoeken. Tijdens de conceptontwikkeling van een tentoonstelling worden ideen vertaald in schetsen van een mogelijke opzet van de tentoonstelling en eventueel vormgegeven in een proeftentoonstelling. Door deze schetsen en/of proefopstelling te laten beoordelen door de beoogde doelgroep kan hun input gebruikt worden voor de verdere ontwikkeling van de tentoonstelling. Groepsdiscussies met intermediairs en potentile bezoekers kunnen belangrijke input bieden bij het vormgeven van het concept en de uiteindelijke tentoonstelling. Concepten worden beoordeeld op punten als acceptatie en preferentie, voordelen die het concept biedt (productbenefits), relevantie en geloofwaardigheid. Op basis van deze informatie kan de tentoonstelling verder worden ontwikkeld en geoptimaliseerd.

Stap 3
Na de conceptontwikkeling vindt productontwikkeling plaats. In deze fase kunnen door middel van onderzoek reacties worden verkregen op een concreet uitgewerkte tentoonstelling. Onderzoek dient ter optimalisatie van de tentoonstelling door eventuele aanpassing van een aantal features; in een vrijwel definitieve setting wordt de productacceptatie vervolgens getest.

Stap 4
Wanneer de tentoonstelling gereed is, is het van belang om feedback te krijgen van het publiek over het bezoek en de aantrekkelijkheid ervan, bijvoorbeeld door middel van publieksonderzoek. De publieksevaluatie vindt veelal ad hoc plaats onder het bestaande publiek, maar het is ook mogelijk dit onderzoek onder het potentile publiek te doen, bijvoorbeeld door middel van het Museum Periscooptraject.
Het Museum Periscooptraject bestaat uit een discussie voorafgaand aan het bezoek aan een museum en een discussie nadat de respondenten een museum hebben bezocht. De uitkomsten van dit onderzoek leveren zeer nuttige informatie op over onder andere mogelijke drempels en triggers van het museumbezoek.

Continu publieksonderzoek
Naast het onderzoek dat ad hoc voor musea wordt uitgevoerd worden ook initiatieven genomen om op continue basis onderzoek te doen. Zo biedt het Vrijetijdspanel van Motivaction de mogelijkheid om zowel onder het huidige publiek als het potentile publiek van culturele instellingen op een continue basis onderzoek te doen. Het Vrijetijdspanel is niet verbonden aan n sector en kan door alle disciplines worden gebruikt (museale sector, podiumkunsten, entertainment, et cetera).

Auteur: Wilt u meer informatie over Motivaction of een van de onderzoeksmodellen, dan kunt u contact opnemen met Josien Leyer of Annemieke Blok t 020 589 8383 www.motivaction.nl j.leyer@motivaction.nl
468

Reactie verzenden

Share This