Selecteer een pagina

Buitenschoolse activiteiten

Een nieuwe weg voor leren en kennis vergaderen

Algemeen
In deze tweede aflevering van ‘Nieuwe Wegen’ onderzoeken we de sfeer van leren en kennis vergaren buiten de schoolomgeving. Hier worden vanzelfsprekende leertermen als school, kennisoverdracht en curriculum ingeruild voor creativiteit, collectieve interactie en ideeën. In dit artikel bespreken we de nieuwe principes, nieuwe rollen en nieuwe middelen van leren en kennis vergaren tijdens buitenschoolse activiteiten. Hierbij maken we gebruik van de expertise van Charles Leadbeater en Matt Ridley, twee vooruitstrevende denkers over kennis en innovatie.


Het nieuwe leren?
We zijn dus eigenlijk op zoek naar ‘het nieuwe leren’, ware het niet dat deze term besmet is geraakt, vanwege het in Nederland dominante onderwijsmodel dat deze naam draagt. Dit onderwijsmodel leunt op een tweetal leidende principes: eigen verantwoordelijkheid en samenwerking. Hiermee biedt het een alternatief voor de traditionele opvatting die juist was gebaseerd op klassikale scholing en individuele ontwikkeling. Er is veel kritiek op ‘het nieuwe leren’; tegenstanders claimen dat basisschoolleerlingen niet toe zijn aan zoveel eigen verantwoordelijkheid en dat het te weinig aandacht besteedt aan basale kennisoverdracht van bijvoorbeeld de Nederlandse taal of wiskunde basisprincipes.

Nieuwe principes

‘Het nieuwe leren’ waar wij naar op zoek zijn, vindt echter plaats buiten de schoolbanken. De mogelijkheden daarvoor zijn, dankzij het vermaledijde internet, enorm toegenomen. We hoeven de stoffige encyclopediereeks op de boekenplank maar af te zetten tegen het immer dynamische Wikipedia om te verduidelijken hoe de wereld van kennis en innovatie veranderd is. Maar wat zijn nu de nieuwe principes van dit buitenschoolse ‘nieuwe leren’?

Het eerste is de nadruk op creativiteit die binnen ons schoolsysteem volstrekt ontbreekt. Deze visie is althans voorbehouden aan de bekende innovation consultant Charles Leadbeater. Leadbeater is van mening dat we geboren worden als creatieve, speelse wezens, maar door een schoolomgeving door de jaren heen worden gedisciplineerd tot inspiratieloze volgelingen van een niet bestaand educatie-ideaal. Dit geldt vaak ook in grote bedrijven waar vernieuwingen vooral risicoloos moeten zijn en een vooraf doorgerekende winst moeten opleveren; écht creatieve innovaties worden door zorgvuldige managers altijd in de kiem gesmoord onder het mom van ‘het bewaken van de continuïteit van de organisatie’, aldus Leadbeater. In kleine organisaties, tijdelijke allianties of sociale plekken op het internet is de remmende invloed van leraar, curriculum of manager afwezig en kan de creatieve blik van de innovator floreren.

Het tweede principe is dat van collectieve interactie. Buiten de schoolomgeving is er geen sprake van kennisoverdracht die bestaat uit een kennisdrager (de leraar of de schrijver) enerzijds een groep ontvangers anderzijds. De leeromgeving buiten de schoolbanken is democratischer en draait om uitwisselen van informatie en het delen van ideeën. De Britse auteur en historicus Matt Ridley stelt het zowel grootser als plastischer in zijn recente boek The Rational Optimist. De voorspoed van de menselijke soort groeit ‘when ideas have sex’. Met andere woorden: doordat ook de ideeën van mensen zich (samen) reproduceren, zijn de mogelijkheden van de mensheid bijna oneindig. Terwijl het in het onderwijs vooral draait om het individu (kennis en vaardigheden), draait het volgens Ridley eigenlijk om het collectief. Ridley vindt zaken als IQ daarom volstrekt oninteressant: we leveren allemaal een specifieke bijdrage aan dat wat hij ‘the collective brain’ noemt. Het eindresultaat van collectieve interactie en oneindige uitwisseling van kennis en ideeën.

Nieuwe middelen
In de buitenschoolse wereld bestaat er geen vaststaand curriculum. En omdat het internet steeds socialer wordt, kan eenieder zijn persoonlijke lespakket zelf samenstellen. Dat ene blog over de best bewaarde geheime ingrediënten van pittige Indonesische gerechten en de twitter-account van een favoriete schrijver. Tel daar de talloze Google- en Wikipedia-momentjes die dagelijks langskomen bij op en de wondere leeromgeving van het internet is geschetst. Hierin komt de nadruk meer en meer te liggen op ‘weten waar je specifieke kennis moet vinden’ in plaats van ‘specifieke kennis daadwerkelijk bezitten’. Van een geleidelijke, mooi opgebouwde leercurve is hier geen sprake. Het gaat van groot naar klein, van hoog- naar laagcultuur, kortom: van hot naar her. De geordende historische gebeurtenissen, Engelse grammaticaregels of opeenvolgende kunststromingen die het curriculum bepalen, maken op internet plaats voor ideeën die zijn samengesteld uit ingrediënten uit allerlei verschillende velden. Via diverse hyperlinks op Wikipedia of gerelateerde zoektermen op Google kan men in diverse kleinere leeromgevingen belanden. Het participeren in een blogdiscussie of het posten van een vraag op een forum betekent slechts een van de vele stappen in het ‘nieuwe leerproces’; het leren via ideeën.

Nieuwe rollen
De voornaamste verandering in de buitenschoolse leeromgeving is dat het onderscheid tussen producent en consument aan het verdwijnen is. Kennis vergaren komt niet langer neer op ontvangen en goed onthouden; maar draait om aanwenden en delen. Charles Leadbeater was een van de eerste die het Web 2.0 principe van amateur innovators benoemde: iedereen is producent. Lerende mensen delen hun ‘producten’ als ze nog niet af zijn en ontvangen feedback, zodat het eindproduct beter wordt. Op deze wijze neemt de leerling de rol in van leraar om zodoende een betere leerling te worden. Matt Ridleys kijk op kennis uitwisselen is radicaler. Volgens hem bestaan er in feite geen leraren en leidt wat we gezamenlijk uitwisselen tot producten waarvan niemand écht helemaal weet hoe ze worden gemaakt. Slechts door uitwisseling wordt het mogelijk dat we boven onszelf uitstijgen en met behulp van het collective brain dingen verwezenlijken die niemand voor mogelijk had gehouden. Door het verdwijnen van de leraar komen overal op internet leerlingen samen om elkaar te onderwijzen. Op deze wijze ontstaan grote, dynamische expertisecentra, zoals Wikipedia, Facebook en TED, maar ook de kleinere, specialistische weblogs. Deze laatste plekken zijn vaak tijdelijk van belang; niet het hele blog, maar slechts één blogpost leidt dan tot een discussie tussen voor- en tegenstanders. De slim zoekende internetter kan ook deze spelonken van het web vinden om zich bij te scholen of anderen te informeren.

Goed voorbeeld doet volgen
Niet iedere internetter heeft echter de vaardigheden, de tijd en de zin om steeds weer op zoek te gaan naar de verborgen pareltjes op het web. Hij is daarom geholpen met bronnen die hem kunnen gidsen door het oneindige aanbod van digitale leeromgevingen en kenniscentra. En dit is precies de rol die culturele instellingen, naar goed voorbeeld van bijvoorbeeld TED, perfect kunnen vervullen. Niet door het schrijven van tijdrovende editorials, maar door het plaatsen van steeds wisselende feeds. Niet door zelf informatie permanent aan te bieden, maar door te verwijzen naar vergeten klassiekers, kort te prikkelen met een filmpje, uitdagend te linken naar een lopende discussie of die ene kunstblog te tippen. Een laatste leerpunt is het profiteren van de kennis van de alomtegenwoordige onderwijzende leerlingen. Met een offline programma dat een duidelijke doelgroep trekt, bezitten culturele instellingen de perfecte doelgroep om een trouwe doch kritische community op te bouwen die hen helpt de gidsfunctie invulling te geven. Bezoekers leveren content, posten links en zijn onmisbaar als redacteur. Culturele instellingen hebben kortom alles om in moderne internettijden als gids tijdens buitenschoolse leeractiviteiten op te treden.

Auteur: Teun Meurs Is afgestudeerd als psycholoog en filosoof. Hij werkte aanvankelijk als creatieve academicus en thans als beleidsadviseur bij de Amsterdamse politie. Daarnaast runt hij parttime ondernemerstoko Eenwieler; onder deze vlag is hij o.a. DJ en oprichter van cultvoetbalblog Voetblah.nl (teunmeurs@gmail.com)
468

Reactie verzenden

Share This