Selecteer een pagina

Festivals in Vlaanderen: Big Business

Algemeen

Het is langzamerhand een traditie geworden in zomers Vlaanderen: nagenoeg elk weekend staat er wel ergens een muziekfestival op de kalender. Het aanbod is zeer divers, zowel qua formules als qua muziekstijlen. Hoe kunnen al die festivals ondanks de grote concurrentie blijven bestaan? Festivalorganisatoren aan het woord.

Tot enkele decennia geleden was Belgi een blinde vlek op de concertkaart. Daar is eind jaren 70 begin jaren 80 verandering in gekomen. In het zog van enkele grotere organisaties kreeg nagenoeg elk dorp of stad zijn eigen festival. Het voorbeeld van Torhout/Werchter heeft tot de verbeelding gesproken, meent Herman Schueremans, organisator van dit grote rockfestival, niet zonder trots. Veel festivals die al bijna 20 jaar bestaan zijn eigenlijk aan de toog van een jeugdhuis of jeugdclub ontstaan, als een soort tegencultuur. Het was gewoon leuk iets te doen wat niet mocht of hoorde, herinnert Lode Verschueren van Antilliaanse Feesten zich. Dat is een typisch Vlaams fenomeen: veel festivalorganisaties drijven nog steeds op een kleine kern van enthousiastelingen met een groot hart voor muziek, aangevuld met veel vrijwilligers en idealisme.
Belangrijk om te overleven in dit festivalwereldje is wat bekend staat als gezond boerenverstand. Het probleem is dat mensen overmoedig worden en zich blind gaan staren op succesverhalen. Festivals die boven hun stand leven maken het echter niet lang. Je moet heel realistisch blijven en niet dromen. Want voor een tweede Torhout/Werchter is er in Vlaanderen geen plaats, meent Johan Vaneessen van Leffingeleuren. Ook een lange-termijnvisie is heel belangrijk in de festivalwereld. Als je je eigen beroepsleven in de waagschaal stelt en ook nog een gezin moet onderhouden denk je wel twee keer na, erkent Lode Verschueren.
De meeste festivals zijn er in de loop der jaren niet bepaald kleiner op geworden. Twee-, zelfs driedaagse evenementen, zijpodia, randanimatie alles is aanwezig om het jonge publiek permanent te entertainen. En vanuit consumentenstandpunt is er natuurlijk weinig bezwaar tegen een ruim aanbod. Maar er zijn grenzen aan de groei. Toen in de zomer van 1998 verschillende festivals een minder succesvolle editie kenden, zette men noodgedwongen de tering naar de nering. Het afstoten van Rock Torhout en het terugplooien op Rock Werchter noemde Herman Schueremans herstructureren om te overleven. Het verdwijnen van bepaalde festivals duidt er volgens organisatoren op dat de markt zichzelf corrigeert.

Duidelijk profiel
Een festival organiseren is en blijft een risicobusiness. De vraag is of er zoiets als een succesformule bestaat. Rockjournalist Jacky Huys: Het publiek is heel wispelturig geworden. Het is onmogelijk te voorspellen welk festival zal lukken en welk zal floppen. Zelfs een festival dat vorig jaar succesvol was, kan dit jaar de mist ingaan. Je bent nooit zeker van je publiek, ook niet als je een groot festival hebt. Uiteraard spelen de namen op de affiche een rol, maar het weer is ook van groot belang. Een stralende zon nodigt immers meer uit tot een festivalbezoek dan natregenen op modderige festivalterreinen. En natuurlijk is het ook zo dat bepaalde festivals succes kennen vanwege de sfeer die er hangt. Gemoedelijkheid en ruimtegevoel zijn waarden die opvallend sterk gelden op festivals waar wereldmuziek, exotische klanken en folk scoren zoals Dranouter, Antilliaanse Feesten, Open Tropen en Couleur Caf. Maar Patrick De Groote van Sfinks wijst ook op het belang van gezinnen: Wij vinden het belangrijk dat mensen komen als familie. Kinderen horen erbij, dat is goed voor de sfeer.
Organisatoren kunnen een soort marktaandeel verwerven door een duidelijk profiel uit te tekenen voor hun festival: een bepaalde lijn in de programmering, een herkenbaar imago en een degelijke affiche. Zo weten mensen wat ze kunnen verwachten. Het komt er in feite op neer een niche te ontdekken. En als je er in slaagt om een apart marktsegment aan te boren biedt dat ook zicht op financile middelen, zegt Marnicq Deswarte van Dranouter, het oudste festival van Vlaanderen. En hoe zit het met concurrentie? Matthias Kerkhofs, die House Torhout lanceerde: Ik hoop vooral dat iedereen op een goeie manier blijft samenwerken. Niemand heeft baat bij een oorlog tussen organisatoren. Uiteindelijk zijn we allemaal collega’s. Maar de concurrentie is er wel degelijk: Toen wij begonnen met het Cactusfestival in Brugge waren we de enigen dat weekend, stelt Francis Op de Beeck. Als ik nu op de kalender kijk, zijn er rond die tijd heel wat evenementen. En de plaatsen onder de zon zijn schaars en duur. Alhoewel men niet scheutig is met informatie over de financin, lopen de budgetten al snel op tot honderdduizend euro of een veelvoud daarvan.

Dubbele pet
Geregeld doen geruchten de ronde over weinig florissante toestanden bij de concurrent. Is het afgunst of realisme? Het lijkt er in ieder geval op dat organisatoren zich na verloop van tijd verplicht voelen hun publiek waar voor hun geld te geven, soms koste wat het kost. In dat verband komt ook de rol van Schueremans en Make It Happen als concertpromotors, intussen allebei overgenomen door Clear Channel uit Amerika, ter sprake. Enerzijds zijn zij degenen die de kleinere festivals artiesten kunnen bezorgen, anderzijds houden ze de grote namen liever voor hun eigen festivalorganisatie. De dubbele pet van Schueremans valt sommigen zwaar: Wij proberen dan maar buitenlandse clubs voor onze kar te spannen. Op die manier kunnen we bepaalde artiesten toch naar hier halen. Dan trap je misschien tegen de schenen, maar dwing je ook respect af, zegt Albert Verlinden, het brein achter het Antwerpse dancefestival Clubland. Collega Lode Verschueren: Niet iedereen kan op Werchter spelen. Precies door het grotere aanbod in de zomer is het in zekere zin ook gemakkelijker voor anderen. Organisatoren wier muziekkeuze minder in het vaarwater van rock of pop komt, hebben niet zon last van het fenomeen Schueremans. Rock en pop zijn absoluut niet de norm. Bovendien heeft Clear Channel geen vat op de Latinomarkt.
Door het toenemend aantal festivals en de explosieve groei van het vrijetijdsaanbod in het algemeen wordt de keuze van de bezoeker er overigens niet gemakkelijker op. Mensen worden kieskeurig, ze verplaatsen zich niet meer voor dingen die ze elders al hebben gezien of nog kunnen zien, zegt Luc Bonnaerens. Er speelt bovendien een puur economische wetmatigheid: de budgetten van jongeren zijn niet eindeloos. Zelfs al gaat het om gratis festivals, dan spendeert men nog geld aan drank, eten of gadgets.

Uiteenlopende doelstellingen
Sponsors hebben dat ook gemerkt en sinds de jaren 90 is de intrede van en de zoektocht naar sponsors in het festivalmilieu onmiskenbaar. Steun van de overheid is immers beperkt en zeker niet veralgemeend. Organisatoren zeggen het extra geld goed te kunnen gebruiken en spreken van een onvermijdelijke evolutie. Enkele jaren geleden bleek sponsoring goed voor 10 tot 15 procent van de festivalbegroting, met pieken tot 35 procent en meer bij gratis festivals. Maar het blijft vaak zoeken naar een samenleven tussen partners met uiteenlopende doelstellingen. Bedrijven beogen zichtbaarheid, willen een bepaald doelpubliek bereiken en verwachten uiteindelijk ook een professionele return.
En hoe moet het verder? Naast enkele dancefestivals is er de afgelopen jaren weinig nieuws ontstaan. Integendeel, het aantal kleinere organisaties dat er noodgedwongen de brui aan heeft gegeven, duidt erop dat goedgemeend amateurisme en idealisme het steeds moeilijker krijgen. Michel Boogaerts van Suikerrock weet daarvan mee te praten Enkele jaren geleden hebben we op het punt gestaan om te stoppen. Maar door de inbreng van een aantal nieuwe mensen hebben we het toch gered. Lode Verschueren vult aan: Een festival organiseren is steeds ingewikkelder geworden. Denk maar aan vergunningen, verzekeringen, promotie en marketing. Tegelijkertijd moet je evolueren om te overleven. Blueslegendes sterven, en jazz- en folkfestivals brengen allang geen pure jazz en folk meer. Maar Lou Reed op Dranouter, dat is een stap te ver.

TW Classic
Onlangs werd bekend dat deze zomer voor het eerst de TW Classic zal worden georganiseerd, een nieuw eendaags festival in Werchter. Bedenker Herman Schueremans meet zijn pasgeborene een breed jongerenpubliek met een Donnaprofiel aan (Donna is een populaire radiozender in Vlaanderen; EB). Ik probeer gewoon creatief te zijn om een gepland optreden van U2 te vervangen, dixit Schueremans. Maar de positionering begin juli doet kleine organisaties zoals Cactus naar adem happen. Als het dit jaar niet meevalt, moeten we de boeken sluiten want we slepen een miljoenenschuld mee, luidt het daar. Cactus was uitgeweken om niet samen te vallen met Rock Werchter. Maar nu krijgt Cactus dus dubbel concurrentie: zowel van het Waalse Dour (dat subsidies ontvangt) als van de TW Classic (dat notabene ook de toppers levert voor Cactus). En zo dreigen de kleintjes door de grote festivals, in hun zoektocht naar topnamen, vertrapt te worden.

Auteur: Erik Brusten – erik.brusten@chello.be

468

Reactie verzenden

Share This