Selecteer een pagina

Rauwe maakplek

De Gelderlandfabriek, van zorgenkind tot muze

Management, Organisatie, Vastgoed

In anderhalf jaar heeft de Gelderlandfabriek in Culemborg zich uit niets ontwikkeld tot creatieve hotspot en zakelijk trefpunt van betekenis. Achter de gevels waar eerst de hulplocomotief voor de karakteristieke Kuilenburgse spoorbrug stond opgesteld en later de meubelontwerpen van Jan des Bouvrie werden gemaakt, vinden zowel doeners, denkers als makers hun ideale werkplek. Wie er voor het eerst komt, voelt zich meteen thuis.

“Krakers in de kunst hebben dit industrieel erfgoed omgebouwd tot culturele ontmoetingsplaats”, vertelt Mark van Dooren, sinds de start in 2016 directeur van de Gelderlandfabriek. “Het is echt bedacht en uitgevoerd van onderaf, door de mensen die hier hun atelier en werkplaats hebben.” Tijdens de aanloop en de cruciale verbouwingsfase kwam er hulp van alle kanten. Buurtbewoners, vrienden, familie maar ook mensen die het idee sympathiek vonden, iedereen droeg zijn of haar steentje bij. Van Dooren: “De band tussen die mensen is gebleven. Nu we vol in bedrijf zijn, is de werkwijze niet wezenlijk anders. Onze culturele activiteiten doen we zonder exploitatiesubsidie. De meeste bedruipen zichzelf. En dankzij onze verdiensten in de zakelijke markt, kunnen we jonge podiumkunstenaars in uiteenlopende disciplines een betaalbare repetitieplek bieden. Daar communiceren we duidelijk over.”

Leven in de brouwerij

Het avontuur begon in januari 2004. De jonge Culemborgse decorbouwer Frank Odink betrok in zijn eentje het leegstaande fabriekscomplex, een langgerekt gebouw dat strak langs de spoorlijn tussen Utrecht en ‘s-Hertogenbosch ligt. Het oudste gedeelte, pal naast het station, is de locomotiefloods uit 1868, inmiddels een gemeentelijk monument. De andere delen zijn gebouwd vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw, toen het gebouw in gebruik was bij De Gelderland Meubelindustrie.

Bart-Jan Nijsingh:

Binnen drie minuten was ik verliefd op dit pand (...).

In 2000 verdwenen de meubels en stond het pand er enkele jaren verweesd bij. Met de komst van Odink is iedereen blij, inclusief politie, brandweer en NS. Vandalen hadden het fabriekspand ontdekt en er woedde meermaals brand, waardoor het treinverkeer op de drukke spoorlijn moest worden stilgelegd. Met de nieuwe bewoners – Odink kreeg al snel gezelschap van gelijkgestemden – kwam er weer leven in de brouwerij. Ze waakten er bovendien voor dat de directe omgeving er verzorgd uitzag, wat ook de buren tevreden stemde.

Een nieuw thuis

De gekraakte fabriek groeide uit tot onderkomen voor werkplaatsen en ateliers. De gebruikers van het pand richtten stichting Bedrijvigheid op, om de activiteiten en het beheer te structureren. Tegelijk werkten mensen binnen en buiten de fabriek aan een permanente bestemming voor het pand. Een lastige opgave.  De vastgoedondernemer De Waal, de nieuwe eigenaar van het pand, wilde namelijk meeliften met de ‘Spoorzone’, het gemeentelijke bestemmingsplan voor het hele stationsgebied. De onverzettelijkheid van de ‘fabriekers’ (geuzennaam voor de krakers) en de nieuwe Stichting De Gelderlandfabriek, die de plaats van stichting Bedrijvigheid innam, brachten de eigenaar uiteindelijk op andere gedachten. Een solide lobby bij de provincie Gelderland resulteerde vervolgens in een forse verbouwingssubsidie. Ook de gemeente Culemborg deed een duit in het zakje door het bestemmingsplan zó aan te passen, dat De Gelderlandfabriek niet afhankelijk was van het complexe Spoorzone-project. En met crowdfunding werd ruim 25.000 euro binnengehaald.

Gelderlandfabriek 2016

Ateliers en theaterzaal

Onder aanvoering van ontwerper en projectleider Jorn Mols werden de eerste 2200 vierkante fabrieksmeters onder handen genomen. Er kwam een theaterzaal, waar inmiddels alles van popconcerten tot conferenties heeft plaatsgevonden. De fabriekers bouwden hun provisorische ateliers om tot permanente werkruimtes. Verder kwamen er kleine en grotere vergaderruimtes en een aantal flexplekken voor wie een uurtje of wat een bureau nodig heeft.

Constante factor, want zeven dagen per week in bedrijf, is café-restaurant una Volta,  dat in de locomotiefloods is gevestigd. Horecaondernemer Bart-Jan Nijsingh, die al twee zaken in Culemborg heeft, hoefde niet lang na te denken toen hem werd gevraagd deel te nemen aan dit nieuwe trefpunt. “Binnen drie minuten was ik verliefd op dit pand”, vertelt hij. En Nijsingh is niet de enige die met een warm gevoel naar de Gelderlandfabiek kijkt. Directeur Van Dooren: “Dit horen we van alle kanten, niet alleen van de cultuurliefhebbers die de voorstellingen bezoeken maar ook uit de zakelijke markt. Bedrijven en organisaties ontdekken ons steeds vaker. Natuurlijk hebben we veel baat bij onze centrale ligging en uitstekende bereikbaarheid. Maar onze zakelijk relaties waarderen vooral deze rauwe maakplek, waar het vakmanschap van weleer nog altijd aanwezig is. In plaats van het zoveelste standaard zalencentrum, nemen ze een beetje kou en een enkele lekkage graag voor lief.”

468

Reactie verzenden

Share This