Selecteer een pagina

Kus het verleden wakker!

De toekomst van middelgrote steden

Beleid, Communicatie, Maatschappij, Marketing, Politiek

Hergebruik van oude industrie in de Kanaalzone te Helmond. Fotografie: Pim Geerts

Middelgrote steden zoals Helmond, Oss en Oosterhout kennen een rijk verleden, maar zijn zoekende in hun weg voorwaarts. Veel middelgrote Brabantse steden richten hun aandacht op de kennis- en diensteneconomie. Deze blik vertroebelt hun zicht op andere wegen. In iedere stad ligt een waarde en uniciteit verborgen die wortelt in het verleden. Door deze op te zoeken en te verbinden met nieuwe technieken kan een weg voorwaarts gevonden worden. Kus het verleden wakker. De meeste middelgrote steden lijken hiervoor goede kaarten in huis te hebben. Vrijetijdsconcepten kunnen deze strategie versterken.

Watertoren Roosendaal. Fotografie: Pim Geerts

Watertoren Roosendaal. Fotografie: Pim Geerts

De stad is ‘in’. De stad als drager van economische groei, centrum voor innovatie, waar de kansen voor het oprapen liggen. De opkomst van de herwaardering van de stad loopt parallel aan de transformatie van de economie: van industrieel naar een kennis- en diensteneconomie. Maar wie beter kijkt ziet dat deze ‘triomf van de stad’ niet voor alle steden opgaat. Middelgrote steden zoals Bergen op Zoom, Roosendaal en Waalwijk bezitten niet de relevante bronnen om aansluiting te krijgen bij de kenniseconomie en de bijbehorende grootschalige dienstenstructuur. Ze beschikken vaak niet over een infrastructuur van hogeronderwijs- en kennisinstellingen. Of ze bevinden zich in de schaduw van een grotere stad, die juist jongeren uit de kleinere stad trekt. Hierdoor verliezen middelgrote steden aan populariteit en vergrijzen in snel tempo. Voorzieningen komen onder druk te staan, binnensteden kampen met bovengemiddelde leegstand en ook culturele voorzieningen worden in hun voortbestaan bedreigd.

Zoektocht naar een nieuwe toekomst

In een poging deze problemen te lijf te gaan, kopiëren bestuurders van middelgrote steden maar al te graag de successformules van hun triomferende collega-steden elders in het land. Florida en Glaeser liggen op het nachtkastje en de gemeentelijke afdeling Citymarketing noemt elk bedrijventerrein al een ‘Campus’ en twee bedrijventerreinen een ‘Valley’. Daarbij verliezen ze echter het unieke van de eigen stad uit het oog. Elke stad zou zijn eigen kansen en niet de kansen van een ander moeten grijpen. Waarom meedoen met een race die je (toch) niet kunt winnen? Is het niet veel verstandiger je te richten op wat je wel in huis hebt? Waarom meegegaan in het soms wat modieuze gepraat over kenniseconomie, waarin enkel dienstverlening en informatieprocessen belangrijk zijn, als je ook kunt vasthouden aan een stevige industrie waarin dingen gemaakt worden?

SLEM te Waalwijk. Fotografie: Pim Geerts

SLEM te Waalwijk. Fotografie: Pim Geerts

De middelgrote steden in Brabant hebben met hun bijzondere ambachtelijke en industriële geschiedenis een interessante humuslaag in huis om ‘het nieuwste maken’ te laten ontkiemen. De opkomst van digitale productietechnieken – met 3D-printing als ultieme vorm hiervan – lijkt een nieuw tijdperk in te luiden. Hierdoor krijgt het maken in de westerse wereld weer meer voet aan de grond. Grootschalig en efficiënt lijkt haar concurrentievoordeel te gaan verliezen aan persoonlijk, kleinschalig en precies. De nieuwe digitale productietechnieken maken het mogelijk kleinschalig te produceren tegen geringe kosten. De weg voor ambachtelijke en kleinschalige productie in de stad komt hiermee open te liggen. Het wordt steeds makkelijker om producent te worden en nieuwe markten te betreden. Daarnaast halen steeds meer Brabantse maakbedrijven hun productie terug uit voormalige lagelonenlanden als China en India. Dit proces van reshoring gaat gepaard met een herwaardering van industriële kennis en vaardigheden.

Uniciteit als drijver

Wie ruimte wil geven aan nieuwe productielandschappen in de stad moet ook oog hebben voor het unieke van de stad: de som van de omgeving, de historie, de architectuur, de openbare ruimten, de tradities en de netwerken. Kortom het materiële en immateriële erfgoed van de stad. Volgens filosoof Haroon Sheikh zit achter de totstandkoming van producten een minder zichtbaar domein van netwerken en vaardigheden. Die netwerken vormen een ecosysteem van grote bedrijven, leveranciers, onderwijsinstellingen en lokale overheden. De vaardigheden betreffen voor een groot deel kennis, die niet theoretisch van aard is en niet makkelijk overdraagbaar is, maar besloten ligt in de gewoonten van mensen. Deze impliciete kennis kan gaan over materialen, de omgang met een bepaald soort machines of een oog voor design. Deze netwerken en vaardigheden, die door de stad en de omliggende regio vaak als gewoon worden gezien, kunnen gecombineerd met nieuwe technieken van buitengewone toekomstwaarde voor de stad zijn.

Heidi Buijtels en Joks Janssen:

Florida en Glaeser liggen op het nachtkastje en de gemeentelijke afdeling Citymarketing noemt elk bedrijventerrein al een ‘Campus’ en twee bedrijventerreinen een ‘Valley’.

Maar hoe kus je de kracht van dit ambachtelijke en industriële verleden wakker? Hoe geef je het materiële en immateriële erfgoed dat besloten ligt in de stad weer betekenis? Door op een slimme manier kennis, vaardigheden en netwerken te verbinden aan nieuwe digitale technieken en tegelijkertijd deze te versterken met innovatieve vrijetijdsconcepten. Op deze manier kunnen middelgrote steden vitale productielandschappen laten ontstaan. Een krachtig voorbeeld hiervan is het ‘Jewellery Quarter’ in Birmingham waarbij door slim samenwerken tussen (mbo-)opleidingen, stadsbesturen, ondernemers en producenten het ambachtelijke juweliersverleden weer nieuw leven is ingeblazen met grote gevolgen voor het werken, recreëren en leven in de wijk. In de strategie achter dit project spelen ontmoeten en versterken van het thema in de stad een belangrijke rol. Naast openbare ontmoetingsplaatsen in de wijk wordt actief ingezet op de ontmoeting tussen producent en gebruiker/toerist. Ook komt het thema terug in de gebouwde omgeving: zo is de gevel van de nieuwe bibliotheek een directe verwijzing naar het juweliersverleden van de stad. Dit voorbeeld laat zien dat er aandacht moet uitgaan naar het leggen van verbindingen: van verleden met toekomst, materieel met immaterieel erfgoed, consument met producent, oude ambachten met nieuwe technieken, productie met vrijetijd. Maar ook naar het slim inspelen op de hang naar authenticiteit, kwaliteit en herleidbaarheid van producten. In Brabant heeft Waalwijk deze strategie al omarmd. Het Waalwijkse onderzoeks- en onderwijsinstituut SLEM vermengt reeds oude kennis en vaardigheden vanuit de leer- en schoenenindustrie met nieuwe digitale technieken. Zo droeg de huidige minister van Onderwijs Jet Bussemaker tijdens Prinsjesdag 2015 het eerste 3D-geprinte paar schoenen.

Binnenkort wordt aan SLEM een innovatief museumconcept toegevoegd, terwijl in de binnenstad verwijzingen komen naar het verleden van Waalwijk. Of wat te denken van het in Tilburg gevestigde Textiellab, dat het oude textielverleden vernieuwd? Niet nostalgisch, maar door een slimme combinatie van een museale functie met kennisuitwisseling en innovatie.

Heidi Buijtels en Joks Janssen:

Steden zijn niet alleen smeltkroezen van creativiteit en kennis, maar ook van productie en werkgelegenheid. Dat laatste lijkt door alle newspeak over de kenniseconomie uit het oog te zijn verloren.

Zet in op cross-overs

De kanaalzone to Helmond. Fotografie: Pim Geerts

De kanaalzone to Helmond. Fotografie: Pim Geerts

Steden zijn niet alleen smeltkroezen van creativiteit en kennis, maar ook van productie en werkgelegenheid. Dat laatste lijkt door alle newspeak over de kenniseconomie uit het oog te zijn verloren. De opkomst van het nieuwste maken biedt middelgrote steden kansen. Zij kunnen hun naam als stad van makers eer aan blijven doen door op zoek te gaan naar hun uniciteit, naar hun diepgewortelde ecosysteem van vaardigheden. En hierop inspringen betekent vanuit het verleden een prachtige sprong voorwaarts maken. Waarbij tegelijkertijd, vanuit eigen kracht, de verbinding kan worden gelegd met de grotere centrumstad. Waar de centrumgemeente de grote schaal en kenninsinfrastructuur bezit, hebben de middelgrote steden het productieklimaat, de arbeidskracht en de plek om dingen te maken. Onze voorspelling is dat in deze cross-over tussen kennis en ambachtelijkheid interessante nieuwe innovaties gaan ontstaan.

LINKS

 

468

Reactie verzenden

Share This