Selecteer een pagina

Een dijk met toekomst

Waterhuishouding en erfgoed gaan hand in hand

Communicatie, Maatschappij, Management, Onderzoek

De stijgende zeespiegel stelt ons voor nieuwe uitdagingen. Ons systeem van dijken zal versterkt en vernieuwd moeten worden. Daar komen ook vragen over erfgoed en het culturele landschap bij kijken, waar op dit moment nog weinig rekening mee gehouden wordt. Langs het dijktraject Gorinchem-Waardenburg zetten Waterschap Rivierenland en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed de eerste stappen naar een nieuwe vorm van samenwerken in de praktijk.

Nederland staat voor de opgave om de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken. We zullen ruimte moeten maken voor het water en tegelijkertijd onze dijken versterken. Dat is een flinke klus voor de waterschappen: de komende dertig jaar zal er zo’n duizend kilometer dijk worden versterkt. In sommige delen van Nederland heeft de nieuwe normering grote ruimtelijke impact. Er wordt op sommige plekken zelfs gesproken van een nieuwe ‘familie’ van dijken. Deze werkzaamheden vormen een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de dijken die ons al eeuwenlang beschermen. Maar het vergt wel aandacht in het intensief benutte Nederland, want de dijk is veel meer dan een waterkerend element. En draagvlak voor die nieuwe familie van dijken is alleen mogelijk als we in staat zijn een overtuigend en vanzelfsprekend ruimtelijk ontwerp te maken waarin techniek, cultuurhistorie en samenleving bij elkaar komen.

Barbara Speleers & Henriëtte Nonnekens:

En draagvlak voor die nieuwe familie van dijken is alleen mogelijk als we in staat zijn een overtuigend en vanzelfsprekend ruimtelijk ontwerp te maken waarin techniek, cultuurhistorie en samenleving bij elkaar komen.

Betrokken belanghebbenden

Dat een dergelijk ontwerp mogelijk is, bewijst het voorkeursalternatief voor de dijkversterking Gorinchem – Waardenburg (GoWa), dat onlangs is vastgesteld. Bepalend daarbij was dat alle belanghebbenden moeite deden om op tijd mee te schakelen met de planning van het project. De waterschappen hebben immers een taakstellende opgave van het Rijk om de waterveiligheid op orde te krijgen vóór 2050. Het uitgangspunt voor GoWa is de participatie door belanghebbenden van het begin (verkenningsfase) tot het eind (realisatie). De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed werd betrokken bij het project vanaf het moment dat duidelijk werd dat de dijk tussen Gorinchem en Waardenburg, in totaal ruim 23 kilometer lang, in zijn totaliteit moest worden verbeterd. Sinds de samenwerking tussen het Waterschap Rivierenland en de verschillende belanghebbenden in 2015 begon, hebben de partijen gezocht naar een voorkeursalternatief voor de benodigde versterking. In het ontwerpproces van het voorkeursalternatief was plaats ingeruimd om tijdig inzicht te krijgen in de belangen van alle belanghebbenden. Het aspect cultuurhistorie is daarbij als een belangrijk element meegenomen.

Stappenplan

De eerste stap was het inzichtelijk maken van de lokale cultuurhistorie.  Objecten zoals monumenten, watererfgoed, historisch groen en zogeheten ’wielen’; structuren zoals landschapselementen, historische dijktracés en dorpslinten; archeologische elementen zoals voormalige kasteelterreinen en vindplaatsen, maar  ook de verwachting van toekomstige vondsten; en het verhaal van de historische ontwikkeling die deze elementen verbindt.

Dit overzicht van cultuurhistorie heeft input geleverd om de kwaliteiten van het gebied te definiëren en vast te leggen in de Handreiking Ruimtelijke Kwaliteit, waar ook al voorzetten voor ontwerp zijn gegeven. Het in beeld brengen van de cultuurhistorische kwaliteiten en beschermde status van objecten en structuren was zeer behulpzaam in het sturen van het voorkeursalternatief. Cultuurhistorie bleek geen dode letter maar een factor die in verschillende fases van het ontwerp een belangrijke rol kan spelen.

Dijk in context

De volgende stap bestond uit het vergaren van kennis over de dijk en het landschap. Dit hielp de ingenieurs bij het maken van een beter technische ontwerp, zorgde voor meer synergie met andere ruimtelijke opgaven, hielp mee in het creëren van draagvlak en leidde tot het tijdig opsporen van belemmeringen (no-go’s) voor het ontwerp. Door onze verbeterde kennis ontstonden nieuwe oplossingen die rekening hielden met de kwaliteiten van het gebied. Het resultaat is een voorkeursalternatief met groot maatschappelijk draagvlak ondanks de ruimtelijke impact. Het levert straks een dijk op die klaar is voor de toekomst, maar met respect voor het verleden en conform de normen van het heden. Het typerende dijktracé blijft behouden, het dijkprofiel blijft gewaarborgd door grondgebruik tot aan de dijk, de bepalende cultuurhistorische elementen blijven gehandhaafd en het de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt in al zijn authenticiteit beschermd.

Omdat het uitgangspunt voor GoWa betrokkenheid tot aan het einde van het project is, is er nog één laatste stap om te zetten: de kennis van de cultuurhistorie toepassen en vastleggen in alle ontwerpfasen. Het is van belang dat we de opgedane kennis verinnerlijken binnen het project en dat er blijvende aandacht is voor de verschillende belanghebbenden in de uitwerkingsfase van het plan en in de voorbereiding van de uitvoering. Een handschoen die GoWa in de komende jaren graag oppakt!

468

Reactie verzenden

Share This